Bij artrose van de heup is er pijn in de lies, vermindert de beweeglijkheid van de heup en wordt uw loopafstand kleiner. Als dit te erg wordt kan het heupgewricht worden vervangen door een prothese.
De kinesitherapeut start de kine-revalidatie vanaf de tweede dag na de operatie. De kinesitherapeut leert u in de eerste plaats een correct gangpatroon aan. U mag namelijk onmiddellijk steunen op het geopereerde been. Eerst maakt u gebruik van een looprekje waarmee u zich ook kunt verplaatsen in de kamer. Wanneer de kinesitherapeut merkt dat dit vlot
en correct verloopt laat hij u overschakelen naar een vierwielrollator. Daarmee hebt u nog steeds voldoende steun, maar kunt u grotere afstanden afleggen . Indien u voor uw operatie zonder hulpmiddel stapte, zal u met een wandelstok leren stappen. Die houdt u vast aan de niet-geopereerde zijde. U leert ook hoe u het beste de trap op- en afgaat.
Een ander deel van de revalidatie bestaat uit oefeningen. Met sommige oefeningen begint u het beste voor de operatie. Want hoe beter de controle over de spieren voor de operatie is, hoe vlotter uw revalidatie verloopt.
Na de operatie krijgt u oefeningen om de spieren rond uw heup te versterken maar ook oefeningen om uw heupgewricht soepel te houden.
Studies hebben aangetoond dat u beter herstelt en meer tevreden bent na de operatie als u de
therapie trouw volgt.